zondag 25 augustus 2013

Belevenissen in de Huidenkoperstraat.

Na mijn werkzaamheden op de kappersafdeling (het boeide mij niet erg!), ging ik weer aan de slag met de modellenfabricage en het opmaken van de poppen, schilderen van de ogen, blosjes op de wangen, wimpers aanbrengen en de lippen mooi rood maken.

 Er waren wel standaard bewerkingen, maar de rest werd op gevoel en eigen initiatief gedaan. Zo was geen gezicht hetzelfde opgemaakt.
Soms kwam er een klant die om afwijkende kleuren vroeg, zowel het hele model als de pruik en opmaak. Dat was het leukste aan dat werk, je helemaal uitleven met gekke kleuren en pruiken.
Volgens mij maakten we toen al de eerste 'punkers'. Stekelkoppen met absurdistische ogen en zwarte lippen. In eerste instantie was de baas er niet zo gelukkig mee, het mocht niet te gek worden, maar de klant wel en die betaalde er tenslotte voor.
De snorren en wimpers maakten we zelf (wat ik al eerder beschreef), maar op een keer zag ik dat m'n collega Jan Deeterink een mooie grijsbruine snor had gemaakt. Hoe kwam 'ie daar nou aan?
"Konijn" vertelde hij mij, "Maar we hebben hier geen konijnen" zei ik. "Ssstt.., kom effe mee" fluisterde hij en liep naar de liftschacht.

*Er was een speciale sleutel om de lift tot op het dak uit te laten komen. Dit mocht alleen door de liftmonteur worden gedaan, wij hadden daar niets te zoeken. Hoe kwam die 'gek' aan die sleutel?
Zoals met alles in die tijd, waren we erg vindingrijk en was de sleutel gewoon achterover gedrukt, nagemaakt, later weer 'gevonden' en teruggegeven aan de monteur.*

Op het dak aangekomen viel m'n mond open. Keurig naast elkaar stonden daar zes konijnenhokken, waar meer dan 20 beesten in zaten. Nou wist ik ook gelijk waarom ze mij steeds vroegen om schillen en oud brood mee te nemen.
"Die zijn voor de Kerst" zei Jan "En als je je kop houd, krijg je er ook eentje". Ja hallo, we zijn nu met twaalf kinderen thuis! Dat wordt een karig maal.
Zo kwam m'n collega dus aan die mooie haren voor een snor. Hij trimde gewoon af en toe een konijn.
Dit mocht de baas niet weten, want Jan had verteld dat hij dit haar speciaal van een kapperszaak kreeg waar alleen buitenlanders kwamen met stevig haar. De baas was tevreden en betaalde Jan voor de wekelijkse inbreng van zakjes haar. De oplichter!
Maandenlang werden de konijnen gevoerd en geknipt, maar toen kwam de kerst dichterbij en moest er worden bedacht hoe die konijnen van het dak en uit het gebouw te krijgen.
Afgesproken werd dat we met z'n drieën de konijnen op het dak zouden villen, in een papieren zak doen en in de tuin aan de achterkant naar beneden gooien, waar een collega de fietstassen zou vullen met de buit.
Het villen van de eerste konijnen ging van een leien dakje, totdat 'Kleine Joop' de Vries (andere collega, niet zo slim!) een Vlaamse reus aan z'n oren uit het hok trok. Nou, die reus had daar totaal geen zin in, verzette zich hevig en krabde Joop's handen open. Dit was toch niet te filmen! Joop als een gek achter dat rotkonijn aanrennen over het dak. Het was te hopen dat dat beneden niet werd gehoord.
Nu was dat dak voorzien van een opstaande rand van ongeveer 1,20 mtr. hoog, daar kan het konijn nóóit overheen. Wel dus, vlak voordat Joop hem aan z'n poot beet had.
Dat beest was echt zwaar, die houd je niet aan één poot vast, vooral Joop niet met z'n kleine handen.
Met een hoge 'piep' schoot het konijn over de rand en suisde naar beneden! Ojee, paniek! We hoorden een harde klap in de straat, keken over de rand naar beneden en zagen daar dhr. Berghoff naast z'n auto (Mercedes) onthutst kijken naar een konijn dat een ferme deuk in z'n dak had gemaakt.
Toen Berghoff naar boven keek en onze gezichten zag, was het te laat en de rapen gaar!
Zo snel als mogelijk was hebben we aan de achterkant van het gebouw alles naar beneden gedonderd, om de sporen uit te wissen. De lift konden wij niet gebruiken, Berghoff  had 'm eerder te pakken dan wij en stond een paar tellen later op het dak te razen en te tieren en ons de mantel uit te vegen.
Na ettelijke doodsbedreigingen, ontslag en vervolging, mochten wij naar beneden. Die dag was een ieder wat eerder thuis (werd ingehouden op ons loon!) en de volgende dag moesten we om half 7 present zijn om alle rotzooi op te ruimen (zonder extra loon?).
Vier dagen later was er een mooi kerstfeest op de zaak. Iedereen in z'n 'pakkie-best', met een cadeautje voor een collega (lootjes trekken) en in opperbeste stemming.
Met geen woord werd er door de baas gerept over 'het konijnenbombardement', we waren weer als verloren zonen in genade aangenomen en dat probeerden wij ècht wel enkele dagen vol te houden.
Niet veel later werd er door de directie een pakhuis op de Lijnbaansgracht aangeschaft, ingericht als werk-atelier, waar we aan de slag gingen met polyester.
Alle proeven met mallen en materiaal waren uitvoerig getest in de Huidenkoperstraat, zodat we meteen aan de slag konden gaan.
Polyester, glaswol en asbestkoord! Producten die toen niet het predicaat  'gevaarlijk'  hadden..