woensdag 15 mei 2013

1ste werkdag bij Decora/Michels.

....een vrije dag, want ik hoef niet meer naar die rot fabriek "Daro".
"Ho ho jongeman, ik heb een afspraak gemaakt met een meneer bij Decora en je moet er om half 9 zijn" zei m'n zus, onderwijl rukkend aan m'n arm om mij uit bed te krijgen.
"Maak me gewoon wakker, in een flits ben ik er uit, dat bespaart je je ochtendgymnastiek en mij m'n armen" riep ik haar toe.
Snel wassen, aankleden, haar kammen (met brillantine!) en op de fiets van m'n zus naar het opgegeven adres, de Huidenkoperstraat.
Wat een mooi gebouw dacht ik, toen de deur open ging en er een man aan mij vroeg wat ik kwam doen. Waarschijnlijk was ik véél te vroeg en opende hij net de deur.
"Ik kom voor meneer Manuel Berghoff, daar heb ik een afspraak mee" vertelde ik de portier (zijn status was mij inmiddels duidelijk geworden).
Wat liep die man raar? "Kunt u niet goed lopen?" vroeg ik hem. "Kop houwe" blaftte hij mij toe.
Goeiemorgen, dat wordt feest! Ik mocht van de blaffer plaats nemen op een kruk, terwijl hij een nummer draaide en zachtjes begon te praten, te ja-meneren en te knikken. Wat een klojo, blaffen tegen mij en knikken tegen de telefoon? Dan ben je pas echt overal los van.
Enfin, ik werd na een 10 min. naar boven gestuurd en daar opgewacht door de hr. Manuel Berghoff.
"Met uw moeder heb ik alles doorgesproken, dus het is mij helemaal duidelijk, je kunt gelijk beginnen en krijgt fl. 17,50/week". Zo, dat was effies meer dan bij de Daro! Dhr.Manuel nam de telefoon en draaide een intern nummer, zat te knikken en zei dat er iemand voor hem was.
Enige ogenblikken later komt er een man binnen met een dik-omrande bril en vraagt om mee te komen. Op de tweede verdieping vertelt hij mij dat hij Wiebe heet, de chef is en dat ik alleen van hem opdrachten krijg.(alsof die andere gasten die ik zag, misschien de boel zouden kunnen overnemen?)
Oké, your the boss!
"Joop, neem jij dit mannetje onder je hoede en leer 'm schuren" brulde Wiebe tegen een sympathieke figuur aan de andere kant van de werkruimte. Ik naar die man toe, hij stelde zich voor en deed dit ook gelijk naar de andere collega's toe. Wiebe had z'n eigen werkblad en de rest zat aan een hele grote tafel 2x6 meter te plamuren en te schuren. Bleke gezichten met witte strepen keken mij aan. Snel had ik door dat het kwam, doordat zij steeds over hun gezicht wreven, vanwege het stof dat er op neersloeg.
Ja hallo, dit gaat zo maar niet, ik heb m'n goeie (!) kleren aan en kan dan toch niet daar een potje wit gaan zitten worden? Joop begreep het en nam mij mee naar een andere ruimte waar hij mij een overall gaf en vertelde, dat ik elke week een bedrag van fl. 0,75 moest betalen (inhouding op je loon)  totdat die overall was betaald. Leuke start! Zal je m'n moeder moeten horen!
Ik heb me het leplazarus geplamuurd en geschuurd en kwam er al snel achter dat er meer uit dit werk te halen moest zijn.
Joop Ton en Jan Deeterink.
 
Ik vroeg Wiebe of ik iets anders mocht gaan doen, want dat stof vond ik niet zo prettig en ongezond. "Kom maar mee" zei hij en nam mij mee naar Johan, de mallenmaker. Kijk, dit wordt interessant.

Mallen maken op modelfiguren, die door de beeldhouwer Felix waren gemaakt. Lekker kleien om randen aan de modellen aan te brengen. Heel precies werk, alles mooi recht snijden en in een rechte lijn aanbrengen op het model. Aan de horizontale kleirand werd een vertikale kleirand gedrukt, ondersteund door houtstukken, het geheel werd ingevet en het maken van de mal kon beginnen.
Met een flinke bak gips, zéér secuur geroerd vanwege klontjes, werd er een eerste laag over uitgegoten. Nadat alles bedekt was met een wit laagje, kon je 10 minuten wachten, totdat het gips meer was opgestijfd. Nu was het zaak om alles goed te verdelen en uit te smeren, zodat je over het hele model een laag kreeg van ongeveer 3 cm. Tijdens dit werk werd er om de cm een mat jute, ingesmeerd met gips overheen gelegd. Na het uitharden van het gips werd het geheel omgedraaid,  de kleirand verwijderd, de gipsen rand glad geschuurd en kegelvormige dieptes aangebracht. De dieptes zorgden er voor, dat het andere deel van de mal op z'n plaats werd gehouden.
Het zelfde procedé werd herhaald, als voor de voorzijde. Na het uitharden werden de twee helften gescheiden, het model uit de vorm genomen en de mal van binnen geschuurd en later met schellak van een beschermende laag voorzien.
Als alle onregelmatigheden aan de buitenkant waren weggewerkt, werden er ijzeren beugels, dmv stroken jute, geïmpregneerd met gips, bevestigd aan de mal.
Nu was de mal gereed om in gebruik te worden genomen voor duplicering van het model.
Bovenstaande foto laat het fabriceren zien van een nieuw deel van een etalagepop. Dit was ver voor mijn tijd in een ander atelier in 1928.
Mijn verslag over het werk bij Decora/Michels, zet ik verder in een volgend verslag.














7 opmerkingen:

  1. Die krullenkop, is dat niet Felix?
    Grappig dat jij dat mallen maken ook zo leuk vond, ik heb er in mijn 'carriëre' heel wat gemaakt, eerst van gips en daarna veel van polyester. Mallen voor Marion's kabouters, boomstronken en paddenstoelen. (Voor haar grote overzichtstentoonstelling in het Stedelijk.) Maar ook van bananen, takken en nog veel meer.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Die 'krullenkop' is Jan Deterding, die werd 'poppenkop' genoemd vanwege die krullen. Felix heb ik een paar keer proberen te bereiken, kreeg helaas geen contact.
    Het leuke van mallen maken is, dat je kunt dupliceren totdat de mal op is!
    Die krabbels heb ik op de valreep bij het ontbijt gemaakt en verwerkt in het blog. Vaak verteld dat mensen meer dan alleen maar tekst.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dat klopt, dat is mijn vader, helaas overleden op 5 maart 2003. Maar ook hier is zijn naam fout geschreven. het is Jan Deeterink.
      Leuk om mijn vader weer eens op internet tegen te komen.

      Verwijderen
    2. Dat klopt, dat is mijn vader, helaas overleden op 5 maart 2003. Maar ook hier is zijn naam fout geschreven. het is Jan Deeterink.
      Leuk om mijn vader weer eens op internet tegen te komen.

      Verwijderen
  3. Ik proefde weer even een beetje de sfeer van weleer! Niet dat ik ooit mallen maakte hoor maar ik weet nog goed dat ze voor míj véél te zwaar waren om op te tillen en ze op een tafel te leggen. Daar moest ik dus hulp van een van de jongens (misschien was jij dat wel Hans!) bij inroepen.
    Jouw stukje over de vervaardiging van de mallen en datgene dat Berend Peter op 28 november 2012 (ref. Asbest) m.b.t. de vervaardiging van etalagefiguren schreef, geeft een heel duidelijk beeld, van deze tak van het bedrijf Michels, weer.
    In deze tijd waarin de 3D printer steeds vaker ingezet wordt, lijkt me het door jullie beschrevene later van historische waarde.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Idd, de gipsen mallen waren te zwaar om door zulke frèle dametjes als jij te worden getild. Die polyester mallen kon je met één vinger tillen. Poppen in 3D lijkt volgens mij iets te kostbaar en te groot.

    BeantwoordenVerwijderen